De Qing-dynastie, ook wel Mantsjoe-dynastie, was de laatste keizerlijke dynastie van China. Zij volgde de Ming-dynastie in 1644 op en werd zelf vervangen door de Republiek China in 1912. De oorsprong van de dynastie lag in Mantsjoerije bij de Aisin Gioro, een van de vele clans die in het gebied leefden. In 1636 hernoemde Hong Taiji de dynastie en gaf die de naam Qing. (Helder). In 1644 veroverden de Mantsjoes Peking. Na de inname van Peking zou het nog veertig jaar duren voordat de Qing hun macht in het gehele land daadwerkelijk hadden geconsolideerd.
De Qing vormden het grootste Chinese rijk ooit. De omvang van het rijk werd vergeleken met dat van de Ming meer dan verdubbeld. Het aantal inwoners van het rijk aan het eind van de dynastie was met ruim 500.000.000, het dubbele van het aantal in het begin van de dynastie. Met name vanaf de achttiende eeuw waren er in het rijk groepen aanwezig die daarvoor nooit deel hadden uitgemaakt van een Chinese staat, zoals Tibetanen, Oeigoeren, sommige groepen Mongolen, Birmezen en inheemse groepen op Taiwan.(Bron: Wikipedia)