Anubis. Een van de oudste en geheimzinnigste goden uit de Egyptische mythologie. God van de doden, van de onderwereld, bij het mummificeren en zoon van de grote Osiris. Anubis wordt meestal afgebeeld als half mens, half jakhals. Zijn afkomst is onduidelijk, zelfs over de betekenis van zijn naam is discussie.(Bron: kunst-en-cultuur.infonu.nl)
Oog van Horus. Volgens de Egyptische mythologie was er een strijd om de troonopvolging na de dood van Osiris, waarbij zijn zoon Horus het linkeroog wordt uitgestoken door zijn oom Seth die de troon met geweld wilde veroveren. Het oog wordt door Seth weggesmeten en valt in stukken uiteen. Door tussenkomst van Thot, de God van de wetenschap, schrijfkunst en de kalender, werd het oog van Horus weer genezen en krijgt het een bijzondere zienerskracht. Ieder deel van het oog kreeg bovendien een eigen betekenis in de rekenkunde als breuken. Als de breuken opgeteld worden, blijkt het totaal slechts 63/64 te zijn. De Egyptenaren geloofden dat het ontbrekende 1/64ste deel op magische wijze door Thot werd aangevuld. (Bron: symbooldrama.nl)
Ankh teken. In het Oude Egypte was dit hiëroglief een belangrijk en populair symbool. Het betekent ‘leven’ of eeuwige leven. De Ankh wordt gezien als een magische sleutel, ‘de sleutel van het leven’. Als Egyptisch hiëroglief wordt het vertaald als “leven” of “levensadem”. De Egyptenaren geloofden dat hun tijd hier op Aarde slechts een deel was van een groter, zelfs oneindig leven. De ankh symboliseert zowel het hiernamaals en het sterfelijke bestaan hier op Aarde. (Bron: nieuwetijdskind.com)