Lakwerk duidt op voorwerpen, vaak van hout vervaardigd, die zijn voorzien van een kenmerkende rode of zwarte laklaag. De eerste bekende voorwerpen komen uit de Chinese Zhou-dynastie rond 430 v Chr. Aanvankelijk fungeert lak als beschermlaag, maar in China wordt lak al snel zeer gewaardeerd door de glanzende uitstraling. Decoratieschilders maakten de lak uit het sap van de Rhusboom.
De allereerste laktechnieken werden gebruik om een voorwerp waterdicht te maken. De lak werd vermengd met klei, slik, boombast en droge bladeren. Dit noemt men kanshitsu of drooglak. IJzeroxides en ook cinnaber geven lak de zwarte of dieprode kleur. Een lakdecorateur brengt de lak telkens in dunne laagje op om het na drogen telkens te polijsten. Lakken is daarom een arbeidsintensief en ook vroeger al zeer kostbaar proces. Japans lakwerk kwam in Nederland door de handel tussen de VOC en Japan. Lakwerk wordt nog steeds in zowel Japan als China gemaakt. (Bron: Wikipedia)