De Masai, is de naam die wordt gegeven aan een grotendeels nomadisch volk in Oost Afrika, voornamelijk woonachtig in Kenia en Tanzania. De Masai slaagden erin om, ondanks de groeiende moderne civilisatie, hun eeuwenoude tradities te bewaren. De totale populatie van de Masai werd in 2009 geschat op 1.455.000, ruim de helft hiervan leeft in Kenia.
De Masai dragen over hun naakte lichaam als kleding slechts één tot twee doeken (shuka), die ze over hun schouders knopen, en meestal een met kralen versierde zwaardriem waar hun korte zwaard aan hangt. Dichter bij de steden wordt ook wel een (korte) broek gedragen, als aanpassing aan de stedelijke kleding en omdat naaktlopen daar verboden is, maar buiten de stad gaat men meestal nog traditioneel gekleed. Over hun schouders dragen ze een groot doek die ze een kanga noemen en die hen overdag beschermt tegen de zon en ’s ochtends en ’s avonds tegen de kou. De Masai dragen over het algemeen rode kleding, omdat die kleur voor hen het leven en bloed symboliseert. Bovendien zou rood wilde dieren afschrikken. De mannen hadden ook een speer en een schild de vrouwen niet.
De Masai houden van versieringen. Zowel mannen als vrouwen dragen oorbellen in hun oorlel en aan de bovenkant van hun oor. Ook dragen ze veel kettingen, die gemaakt zijn van kleine kraaltjes waarvan de kleur een bepaalde betekenis heeft. Zo is aan de sieraden te zien of de persoon in kwestie getrouwd is. Naast armbanden zijn er ook enkelbandjes. De oorlellen worden soms uitgerekt door er oorbellen met gewichtjes aan te hangen.(Bron: Wikipedia)